Why stand alone if we can go together?

De vijfvoudige bediening


Hans Tims over vijfvoudige bediening:

"De kerk is nooit bedoeld om op zondag

bij elkaar te komen en de stoelen

te verwarmen"

Zaterdag 5 oktober organiseert Friends For Ministries in Fellowship (FMF) een studiedag over het belang van de vijfvoudige bediening. De studiedag wordt geleid door Hans Tims. CIP.nl sprak met hem over het belang van de vijfvoudige bediening en ging ieder van de vijf genadegaven met hem langs: apostel, profeet, evangelist, herder en leraar.

Wat de vijfvoudige bediening precies inhoudt? "Er staat in de Bijbel, in Efeze 4, dat toen Jezus naar de hemel ging Hij deze vijf bedieningengaven aan de mensen gaf. Deze gaven worden ook genadegaven genoemd. Eigenlijk gaf Jezus deze gaven vanuit Zichzelf. Hij vertegenwoordigde op aarde al deze specifieke gaven. Hij was dé Apostel. Hij was dé Profeet. Hij was dé Evangelist. Hij was dé Herder en Hij was dé leraar. Tot in perfectie. Het lichaam van Christus heeft deze vijf bedieningen nodig om goed te kunnen functioneren. Het is heel duidelijk een initiatief van Jezus zelf Die daarmee ook het belang onderschrijft: Om voor Zichzelf een glorieuze bruid te presenteren, zonder smet of rimpel, heilig en smetteloos "

"Enkel Jezus was in staat om al deze gaven te laten functioneren in Zijn eigen leven en bediening."

Deze bedieningengaven zijn volgens Tims niet uitsluitend voor voorgangers en leiders. "Ze zijn juist bedoeld voor de gemeente en individuen om de gelovigen op te bouwen. In het functioneren van het totale lichaam moeten alle vijf bedieningen aanwezig zijn. Het is overigens niet zo bedoeld dat iemand alle vijf de bedieningengaven heeft. Dat zou te groot zijn voor één persoon. Enkel Jezus was in staat om al deze gaven te laten functioneren in Zijn eigen leven en bediening. Je ziet wel soms dat iemand meerdere bedieningsgaven heeft, maar dat is al behoorlijk uitzonderlijk."

In Efeze 4 staan volgens Tims meerdere reden waarom deze bedieningsgaven zo belangrijk zijn. "Zodat we komen tot de eenheid van het geloof, dat wij de volle kennis van de Zoon van God zullen hebben, zodat we volwassen zullen worden en de volheid van Christus zullen kennen. Het doel van de vijfvoudige bediening is om de heiligen toe te rusten, om de gelovigen, dus niet alleen de voorganger, hun bediening te laten uitoefenen en om het lichaam van Christus op te bouwen.”

Geen status
Tims wil benadrukken dat de verschillende ambten niets te maken hebben met een vorm van status. "Het is onzin dat apostel het hoogste is wat je kunt bereiken. Uiteindelijk heeft alles te maken met het dienen van God. Het maakt niet uit in welke positie of vanuit welk ambt je dat doet. Het gaat om het dienen. Ik ben niet onder de indruk van mensen die hele mooie naamkaartjes hebben met goud omringde randen en hun naam in het lak. Dat staat allemaal heel interessant, maar het gaat mij er vooral om wat ze ermee doen. Wat ik ook heel belangrijk vind is dat het karakter gelijk loopt met de bediening. Iemand in een bedieningsgave zoekt die titel ook niet. Ik word ook een apostel genoemd, maar ik heb dat nooit van mezelf gezegd. ik heb dat ook nergens op een naamkaartje staan. Je moet er heel nederig mee omgaan, het is niet iets waar je jezelf mee op de borst slaat. Het is genade van God, want het zijn genadegaven."

Apostel
"Het woord apostel betekent een gezondene, een ambassadeur, een gedelegeerde", aldus Tims. "Iemand die vooruit is gezonden met een opdracht en een volmacht om iemand anders wil en doel uit te voeren. In dit geval de wil en het doel van Jezus. De gezondene is dan één met Degene die hem gezonden heeft. Een apostel is een vertegenwoordiger van Jezus."

"Een apostel is bij uitstek een vader in het geloof."

Maar wat doet een apostel dan precies concreet in de kerkelijke gemeente? Hans Tims weet tal van voorbeelden te noemen. "Normaal gesproken is een apostel aangesloten bij een lokale kerk, maar hij heeft een bredere kijk op de kerk in zijn algemeenheid. Een apostel is bijvoorbeeld bezig met het planten van Nieuwtestamentische lokale gemeenten, hij predikt en onderwijst het woord, hij heeft een bediening van tekenen en wonderen, hij is betrokken bij inzegenen en bekrachtigen van bedieningen, hij legt handen op voor de vervulling van de Heilige Geest (impartatie), hij stelt ook anderen aan in potentiële bedieningen en dealt met gemeente-issues. Een apostel heeft visie voor het totale lichaam van Christus en is niet beperkt tot één lokale gemeente. Verder wordt hij gekenmerkt door Goddelijke wijsheid en zorgt hij ervoor dat het huis van God wordt ingericht naar de orde van God. Overigens is een apostel ook bij uitstek een vader in het geloof, hij heeft een vaderlijk hart."

Profeet
"Met name over de apostel en de profeet is heel weinig kennis", vervolgt Tims. "En het bijzondere is dat de Bijbel zegt dat het fundament van de gemeente wordt gebouwd door de apostel en de profeet. In de praktijk zien we echter dat die ambten aan de kant zijn geschoven." De profeet is volgens Tims echter buitengewoon belangrijk. "De kerk kan nooit optimaal functioneren zonder profetische inspraak. De Bijbel is het allerbelangrijkste en het hoogst profetische dat er bestaat. Als we de Bijbel openen weten we dat God tot ons spreekt. Een hogere vorm van profetie is er niet. Maar daarnaast zijn profeten heel belangrijk om richting te geven. Paulus zegt dat de profeten met name bedoeld zijn om op te bouwen, te stichten en te sterken. Dat is dus een hele positieve insteek waarbij profetie ondersteuning geeft."

"We moeten met profetie heel wijs  en Bijbels omgaan."

Er wordt in de Bijbel ook gesproken over valse profeten. Dat is volgens Tims wellicht de reden dat er wat minder aandacht is voor dit ambt. "We hebben de neiging om met het badwater ook het kindje weg te gooien. Er is door de tijd heen wildgroei geweest, mensen noemen zich profeet maar zijn er nooit toe geroepen en roepen allerlei dingen die voor verwarring en zorg leiden. Dat betekent echter niet dat de profeet heeft afgedaan. Dat ligt namelijk niet aan God maar aan mensen. We moeten met profetie heel wijs en Bijbels omgaan. Ik vind één van de belangrijke dingen dat een profeet zich in de gemeente onder de autoriteit van het leiderschap stelt, de voorganger dus. Deze toetst het profetisch woord ook. Een ander belangrijke voorwaarde is dat de profetie in de veilige omgeving van de kerk wordt uitgesproken en niet in het wild, ergens buiten de gemeente om."

Evangelist
Het ambt van evangelist lijkt één van de meest gebruikte. "Was het maar waar", reageert Tims. "Paulus zegt: ik wilde wel dat iedereen het werk van een evangelist doet. Een evangelist is buitengewoon belangrijk, want dat is iemand die specifiek een hart heeft voor de mensen die buiten de kerk zijn, die Jezus nog niet kennen. Hij heeft een hart voor de mensen waarvan wij zeggen dat ze verloren dreigen te gaan. Het hart van die evangelist klopt altijd voor de mensen buiten de kerk. Een evangelist wil er altijd op uit, maar het is juist daarom heel belangrijk dat hij niet alleen herkend maar ook érkend wordt binnen de gemeente. Vaak zie je dat evangelisten een beetje op een eiland komen te staan omdat ze er altijd op uit willen en altijd mensen van buiten naar binnen willen halen. Daardoor zijn ze echter heel erg belangrijk."

"Vaak zie je dat evangelisten binnen die gemeente neit de erkenning vinden en buiten de gemeente gaan opereren"

"De kerk is namelijk nooit bedoeld om op zondag bij elkaar te komen om de stoelen te verwarmen", vervolgt Tims. "Zondag hebben we kerkdienst. Dat is een moment om bij elkaar te komen als gemeente. Het echte kerk-zijn gebeurt als we weer naar huis gaan, de rest van de week. Die evangelist speelt daarin een heel belangrijke rol. Vaak zie je dat evangelisten binnen die gemeente niet die erkenning vinden en dan buiten de gemeente gaan opereren en een eigen stichting beginnen. Een evangelist zou echter vanuit zijn eigen gemeente ondersteund moeten worden om datgene te doen waar zijn hart naar uitgaat."

Herder
Tims vertelt dat de herder de pastor of voorganger binnen de gemeente is. "Hij moet een heel duidelijke roeping als herder hebben, een herderlijk hart. Een herder heeft passie en compassie voor de schapen. Dat is iemand met een pastoraal hart die vooral bedoeld is om de schapen te weiden en te brengen naar grazige weiden, om ze te voeden, om ze te helpen en te zorgen dat ze datgene krijgen wat ze nodig hebben. Er wordt in de Bijbel overigens heel veel gesproken over herderschap. Ik zou je daar tientallen Bijbelteksten over kunnen geven. Als je wil weten wat een Herder is, moet je naar Jezus kijken. Die laat je daar heel veel over zien. Hij was altijd bezig met de schapen. Een herder is trouwens niet alleen bezig met de schapen in zijn eigen huis of stal, maar hij kijkt ook naar schapen die buiten ronddwalen en geen stal hebben."

 

Leraar
Een voorganger hoeft volgens Tims niet specifiek leraar te zijn. "Een herder is per definitie iemand die ook het woord kan onderwijzen. Maar er zijn zo ook veel bijbelonderwijzers waar je na een kwartier bij in slaap dreigt te vallen. Het heeft te maken met de roeping en de gave van de leraar. Een leraar zoals deze bedoeld is in de bedieningsgaven, is iemand die het oor weet te kietelen. Iemand die vol is van de Heilige Geest en niets liever doet dan graven in de Bijbel en de geheimenissen en mysteries van de Bijbel te ontrafelen en door te geven aan de gemeente. Dat gaat dieper dan een preek houden. Een echte leraar zoekt de goudklompjes in de Bijbel en komt met dingen waar jij als toehoorder al duizend keer overheen hebt gelezen. Dat is een leraar in het beeld van die bedieningengave.

"Het is gezonder om de verschillende ambten te scheiden."

In veel kerken wordt het ambt van herder en leraar door één en dezelfde persoon ingevuld. Dat is volgens Hans Tims geen goed idee. "Zoals Jezus die gaven heeft gegeven zijn ze bedoeld dat een leraar specifiek opereert vanuit het onderwijs en de kennis van de Bijbel. In veel situaties kan hij dat beter dan een herder. Daarom wordt er in gemeentes ook naast de voorganger iemand ingevlogen die goed Bijbels onderwijs kan geven. Het mooiste is echter dat die mensen zich in de lokale gemeente ontwikkelen. Het is gezonder om de verschillende ambten te scheiden. Heel vaak zien we dat voorganger alleskunners moeten zijn, maar dat is helemaal de bedoeling niet. Dat leidt in veel gevallen tot stress en burn-out."

 

“Iemand die verslaafd is aan porno mag nooit een huisgroep leiden”


“Iemand die verslaafd is aan porno mag nooit een huisgroep leiden”

"Mensen denken bij genade vaak aan pappen en nathouden, maar dat is zeker niet terecht”, zegt Hans Tims, leider van Friends for Ministries. Hij vertelt hoe je als kerk juist door genadig te zijn soms harde knopen moet doorhakken.

Eind deze maand is Benjamin Lim in Nederland, hij is de tweede leider van de New Creation Church in Singapore, die wordt geleid door Joseph Prince. Lim vertelt in Nederland hoe genade essentieel is, maar dat het bepaald niet hetzelfde is als een gedoogcultuurtje. Hans Tims: “Als je naar hun kerk kijkt, dan leggen ze veel nadruk op genade, maar ze hebben ondertussen een heel strak beleid.”

Dat beeld kan wel snel ontstaan: je kunt doen wat je wilt en elke keer is er weer genade...
“Het is belangrijk dat we scherp blijven op dit onderwerp. Soms is de interpretatie te vrijblijvend. Dan is het een vrijbrief om te zondigen. Dat is niet hoe Paulus het interpreteert. Paulus bedoelt genade juist als ‘bekrachtigd worden om het goede te doen.’ Het is bijvoorbeeld verdrietig als mensen vanwege een genadeboodschap niet meer de noodzaak voelen om te evangeliseren, ‘omdat mensen toch wel in de hemel komen.’ Dat is heel erg!”

"Het is bijvoorbeeld verdrietig als mensen vanwege een genadeboodschap niet meer de noodzaak voelen om te evangeliseren, ‘omdat mensen toch wel in de hemel komen.’ Dat is heel erg!”

Aan de andere kant kan er ook te weinig genade zijn bij leiders, geloof jij. Hoe ziet dat er uit?
“Dat gebeurt wanneer er te weinig naar Christus verwezen wordt. Jezus gaf zijn leven aan het kruis en God zei: ‘Niemand rooft je meer uit mijn hand.’ Dat is genade! Ik denk als mensen deze zekerheid missen, dat je aan de andere kant een gebrek aan genade hebt. Teveel mensen worden in onzekerheid gelaten.”
“Maar het vraagt wel om verantwoordelijkheid. Je kunt niet zaterdagavond tot 4 uur doorzakken en blowen en de volgende dag je beroepen op Gods genade.” Kun je die genade dan verliezen? “Nou nee, je raakt God niet gemakkelijk kwijt. Mensen kunnen zich losmaken van God, maar God raakt niet zomaar los van mensen. Gods liefde en geduld blijven altijd boven de markt hangen. Er is ook een derde en vierde kans. Vergeving en genade zijn er altijd.”
 
Hoe paste Jezus genade op de juiste wijze toe?
“Hij is het beste voorbeeld. Jezus deed het liefdevol en Hij stelde leiders aan met zorg. Maar Hij corrigeerde Petrus bijvoorbeeld heel vaak. Maar terwijl Hij Petrus vermaande en vormde, stelde Hij hem ook aan als hoofdapostel. Een goede leider is compassievol en bewogen, maar is
ook een duidelijke leider. Bij Jezus was het nooit slappe hap. De neuzen stonden altijd dezelfde kant op.”
 

Tegelijkertijd zie je vaak situaties in de kerk dat de neuzen niet dezelfde kant op staan...
“Wat we dan níet moeten doen is het politieke midden proberen te zoeken. De visie van een kerk moet altijd gedeeld worden door het leiderschap. Als iemand niet mee wil met de visie, dan maakt hij de dingen erg verwarrend. Mensen gaan dan namelijk hun eigen koninkrijkjes bouwen. Ik geloof dat je niet een leider kan zijn als je niet op één lijn ligt met de visie. Je krijgt dan dat mensen gaan dwarsliggen en moeilijk doen. Dat is niet bevorderlijk voor de kerk.”

"Als Gods genade een persoon niet verandert, dan betekent het niet dat die persoon is afgeschreven. Maar wel dat de persoon als leider van zijn taak verantwoordelijkheid moet worden genomen en tijd krijgt om te herstellen en te rusten in de genade van God.”

Maar stel dat kerken niks met evangelisatie doen, terwijl je er zelf een enorm hart voor hebt...
“Ik vind het zelf moeilijk te begrijpen dat kerken weinig doen met de grote opdracht. Maar ik zou wel altijd adviseren een kerk te zoeken die past bij waar jij een hart voor hebt. Maar als je eenmaal in een kerk zit die naar binnen gericht is en alleen kijkt naar de problemen binnen de kerk, en niet naar al die miljoenen die in Nederland niet gered zijn, ga dan niet rebelleren tegen het leiderschap. Het is beter om eens rustig met hen te zitten en te vragen: hoe denken jullie over evangelisatie? Ik denk dat het kan helpen.”

Hoe ga je er mee om als in jouw kerk leiders zijn die grote fouten maken, juist vanuit het genade-oogpunt?
“Dan moet je heldere maatregelen nemen. De kerk moet een veilige plaats zijn. Als door bepaalde personen de veiligheid er niet meer is, dan heb jij de verantwoording voor de totale gemeente. Als er iemand in de kerk komt met een pedofiel verleden, dan zou het van de gekke zijn om daar niet heel alert op te zijn. Het leiderschap draagt dan de verantwoordelijkheid. Als Gods genade een persoon niet verandert, dan betekent het niet dat die persoon is afgeschreven. Maar wel dat de persoon als leider van zijn taak verantwoordelijkheid moet worden genomen en tijd krijgt om te herstellen en te rusten in de genade van God.”

Wat zou je moeten doen, vanuit genade, als een huisgroepleider in jouw kerk verslaafd is aan porno?
“Zo iemand hoort niet in het leiderschap, want hij heeft een voorbeeldfunctie. Een leider geeft het goede voorbeeld. Als iemand persoonlijke issues heeft die druk leggen op het functioneren als leider, dan werkt het niet. God wil je graag helpen, maar juist ook door te helpen en te beschermen.”

Dus dan zet je diegene op non-actief?
“Ja, de mensen snappen ook wel dat die persoon niet makkelijk kan functioneren. Vaak is het voor zo’n persoon een enorme opluchting als het wordt uitgesproken. Je draagt die last met je mee. Het is natuurlijk een dubbelleven als je een bijbelstudie geeft en je fietst naar huis en gaat daarna porno kijken. Dan ben je verward in je denken. Ik heb te doen met deze mensen en ik heb er een hart voor om hen te begeleiden naar herstel. Maar je moet zo iemand niet voor de gemeente stellen.”

Hoe voorkom je dat een persoon zich dan niet ‘gestraft’ voelt en wegvalt?
“Het is sowieso geen straf! Maar het gaat om zorg en veiligheid. Iemand met bezoedelde gedachten en verslaafd aan porno kan nooit een huisgroep leiden. De kerk is een geestelijke plaats!”

Hans Tims:"Mensen bouwen muren op, doordat ze gekwetst zijn of teleurgesteld"


 

Hans Tims:"Mensen bouwen muren op, doordat ze gekwetst zijn of teleurgesteld"

09-01-2018 door Hendriëlle de Groot

“Het is mijn ervaring dat mensen muren opbouwen, doordat ze gekwetst zijn of teleurgesteld in anderen." Hans Tims, die jarenlang als voorganger werkte en directeur van FMF is, deelt in deze videoserie zijn drie levenslessen, in gesprek met Rik Bokelman. In de derde video is de levensles: je zou geen muren moeten opbouwen.

Mensen hebben volgens Hans vaak te maken met twee leiderschapsstijlen: regeren vanachter muren, of vanuit de hoge hemel. De eerstgenoemde groep is gekwetst in het verleden en trekt een muur op, uit angst dat mensen misbruik zullen maken van hun kwetsbaarheid. “Dat vind ik heel pijnlijk, zo zou het niet moeten zijn." 

 

Voorbeelden zijn er ook in de Bijbel te vinden, zoals in het leven van David en Saul. “Saul was typisch een man die vanachter muren is gaan regeren, zich bedreigd voelde door David.” Ondanks de fouten die hij maakte, wordt David 'man naar Gods hart' genoemd. “Als hij moreel gevangen is, is hij niet de persoon die wijst naar anderen. Uiteindelijk zei hij: 'God, ik heb alleen tegen U gezondigd'.”

Het lijkt logisch, dat je wilt voorkomen dat je bent gekwetst en jezelf niet echt laat kennen. Maar dat is ook een keuze, zegt Hans Tims. Het kan ook voorkomen in een hechte vriendschap. “Ik denk dat het een verkeerde keuze is om te zeggen: ik laat je niet meer toe in mijn leven.” Bitterheid verstoort je persoonlijk geloofsleven en je gebedsleven, zegt hij. En wat als je er nu zelf aan onderdoor gaat? “Je kunt ook denken: ze hebben het mij niet aangedaan, maar ze hebben het God aangedaan.”

Jezus had alle reden om een opgetrokken muur op te trekken, naar Zijn discipelen toe. Hij werd tot drie keer toe verloochend door Petrus. Toch deed hij dat niet. Wat zou Hans adviseren aan mensen die een muur hebben opgetrokken, omdat ze teleurgesteld zijn in mensen of in God? Bekijk het antwoord van Hans Tims in de CIP+ video.

Hans Tims: "Koninklijk denken verrijkt je leven"


Hans Tims: "Koninklijk denken verrijkt je leven"

02-01-2018 door Hendriëlle de Groot

 
Pinkster, evangelisch, reformatorisch. Als christen denken we vaak in naamkaartjes, in denominaties. Maar we zouden het grotere perspectief moeten zien. Koninklijk denken, noemt Hans Tims van Friends for Ministries in Fellowship dat. In deze videoserie deelt hij zijn levenslessen, in gesprek met Rik Bokelman. In de tweede video: wees een 'koninklijk denker'.

“Het koninkrijk is datgene wat Jezus leert. Wat hij kwam doen, is het koninkrijk der hemelen prediken. Een koninkrijk waar God regeert, waar Hij Heer en meester is en dat veel groter is dan ons beperkt denken,” legt Hans Tims uit. Het koninkrijk dat wij in gedachten hebben, is vaak beperkt tot denominaties: pinkster, evangelisch, reformatorisch. Toen de Heilige Geest werd uitgestort, kwamen er drieduizend mensen tot geloof. Daar werd niet gesproken over een denominatie. “De eerste gemeente die was ontstaan, was een fellowship, een gemeenschap. Ze hadden alles gemeenschappelijk. Ik denk wel eens: we moeten terug naar dat koninkrijk.”

Toen hij 19 was, kwam hij een kerk binnen. Hij was niet kerkelijk opgevoed. “Daar zag ik mensen die hun hand opstaken, uitbundig waren. Ik dacht; waar ben ik terechtgekomen? Hier kom ik nooit meer terug.” Dat hij toch terugkwam, was achteraf gezien het werk van de Heilige Geest. “Wat ik zag van de kerk, was niet datgene waarvan ik dacht: daar moet ik ook voor gaan.” Hij zag niet terug in de levens van mensen dat ze gelovig waren.

Als mensen vertelden over het geloof van Jezus, ging hem dat steeds meer fascineren. Hij ging de Bijbel bestuderen en uiteindelijk gaf hij zijn leven ook aan Jezus. “Ik begreep dat het een manier van leven was. Het is net als ademhalen, iets wat natuurlijk is en inhoud geeft aan je leven. Toen ik dat ontdekte, dacht ik: dat is de moeite waard om voor te leven.” Het besef dat Jezus voor hem gestorven was, landde in zijn hart. “Mensen die niet kerkelijk zijn, kan ik goed begrijpen.”

Er is een groot verschil tussen ons denken en 'koninkrijk denken'. Tijdens een internationale conferentie hoorde hij iemand van Wycliffe spreken, bekend om de Bijbelvertalingen in alle talen. Binnen tien jaar tijd kunnen ze alle volken, alle naties, de Bijbel geven. In 2030 is de grote opdracht voltooid, alle mensen hebben de gelegenheid te horen wie Jezus is. “Dat is uiteindelijk waar het om gaat. Dat was een koninklijke conferentie, omdat die mensen elkaar niet beconcurreren, maar de synergie hadden om samen te werken en invulling te geven aan die grote opdracht.”

Hoe kunnen wij als christenen bij dat koninkrijksdenken komen? En als we dat niet doen, wat staat er dan op het spel? “Koninkrijksdenken verrijkt je leven.” Bekijk het antwoord van Hans Tims in de CIP+ video.

Hans Tims: "Het gaat er niet om wie je bent, maar om wie je kent"


15-12-2017 door Hendriëlle de Groot

Status en aanzien is niet alleen belangrijk in het bedrijfsleven, maar ook in de kerk. In deze video bespreekt Rik Bokelman de drie levenslessen van Hans Tims, voormalig voorganger van de Nieuw-Testamentische Gemeente IJsselstein en directeur van Friends for Ministries in Fellowship. (FMF). De eerste les: het gaat er niet om wie je bent, maar om wie je kent. Een les die hij in de praktijk heeft geleerd. “Eerst probeer je indruk te maken en jezelf belangrijk te maken, maar uiteindelijk ga je ontdekken dat dat het niet is. “

“Wat je ziet, is dat vooral voorgangers en mensen met een bepaalde positie in het bedrijfsleven, zichzelf belangrijk maken. Onze belangrijkheid wordt niet bepaald door wie we pretenderen te zijn. We spelen toch een rol. Het mooiste is als je heel dicht bij jezelf kunt komen,” zegt Hans Tims. Volgens hem is het belangrijk om goede mensen om je heen te verzamelen, ook al hebben anderen betere kwaliteiten. “We zijn daar bang voor, stel dat de ander met de eer gaat strijken. Maar het gaat erom dat datgene wat je doet, rendement geeft. Goede leiders brengen leiders voort.”

“Ik heb gewerkt met mensen die veel beter zijn dan ik. Die hebben bijgedragen aan datgene wat in mijn leven tot stand is gekomen. Daar moet je niet bang voor zijn,” zegt Tims. Bang dat hij zijn eigen positie zou verliezen, is hij nooit geweest. “Er zijn altijd mensen die op een bepaalde positie uit zijn. Daar moet je niet te bang voor zijn, maak jezelf ook niet al te belangrijk.”

We vinden aanzien fijn, dat andere mensen tegen ons opkijken. “Maar het gaat niet om onze eer, om wie ik ben. In je leven bouw je een bepaald netwerk op van mensen die zich in dat netwerk bewegen en op bepaalde momenten belangrijk voor je kunnen zijn. Sta open voor de kunde en kennis van anderen. Bovenal is de Here Jezus belangrijk, onze grote Leider en Voorbeeld. Hij is alles voor ons, uiteindelijk gaat het om Hem.”

Karakter vindt hij belangrijker dan bediening, als het gaat om leiders. “Je hebt mensen met een geweldige bediening, van wie je weet dat het karakter haaks staat op wat ze in de bediening laten zien. Dan kan de boodschap fantastisch zijn, maar de persoon is niet iemand die ik adoreer.” Wat kunnen we leren van Jezus, als het gaat om wie je bent? En hoe kan Jezus je bevrijden van het verlangen iets te willen voorstellen in je leven? Bekijk het antwoord van Hans Tims in de CIP+ video. www.CIP.nl